N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Studenten „Dutch only” staat er bij advertenties voor studentenkamers in Groningen. Voor buitenlandse studenten is inburgeren lastig.
Nu ze twee jaar in Groningen woont, voelt Anna Bezpala (18) zich niet meer uitsluitend een Oekraïense. Maar een Stadjer, zoals bewoners van de stad genoemd worden, dat voelt ze zich ook niet.
Groningen heeft een tamelijk grote groep internationale studenten, zoals Bezpala. Op de Hanzehogeschool, waar zij studeert, komt zo’n 10 procent van de studenten uit het buitenland, op de Rijksuniversiteit Groningen is dat een kwart. Maar het gevoel dat ze er echt bij horen, hebben veel buitenlandse studenten niet. „Je hebt nog geen geschiedenis in de stad. De mensen die je ontmoet wonen hier soms al heel hun leven. Ze lijken er veel meer te passen”, zegt Bezpala.
Dat ze een aparte groep vormen, wordt internationale studenten af en toe expliciet duidelijk gemaakt. „No internationals”, of „Dutch only” staat soms in advertenties voor studentenkamers. „Dan weet je genoeg”, zegt Bezpala.
Er zijn in de stad ook panden van studentenhuisvester SSH waar juist alleen internationale studenten mogen wonen. „Sorry, internationals only”, meldt de website van de verhuurder daarbij.
Bij de internationale studentenvereniging SIB komt dertig procent van de vierhonderd leden uit het buitenland. Bij de activiteiten wordt Engels gesproken en alle studenten kunnen lid worden, waar ze ook vandaan komen.
Vindicat, de oudste studentenvereniging van Groningen, heeft een speciaal lidmaatschap voor internationale studenten. Zij kunnen naar evenementen die voor hen georganiseerd worden. Bij de rest van de activiteiten is de voertaal Nederlands.
Voor een project voor het Honours College van de Hanzehogeschool dook Bezpala in de geschiedenis van internationale studenten in Groningen. Toen ze erachter kwam dat die er al sinds de oprichting van de universiteit in 1614 zijn, veranderde haar gevoel. „Ook al ben je zelf nog maar kort deel van deze stad, je hoort wel bij de internationale studenten die al heel lang bij de stad horen. Om je meer thuis te voelen, helpt het als je die geschiedenis kent.”
Met student Michal Lyso (20) uit Slowakije koos ze zeven studenten uit het verleden uit. In de expositie We’re internationals, not outsiders, die in diverse universiteitsgebouwen wordt gehouden, zijn hun portretten en levensverhalen te zien.
Bezpala wilde ook de discussie over de huidige positie van de internationale student in Groningen aanzwengelen. Zijn ze slechts passanten, of horen ze erbij? Kunnen ze een Stadjer worden?
Daarover debatteerden studenten, docenten en zo’n honderd bezoekers afgelopen maandagavond in het Academiegebouw. „Een verhit onderwerp in het huidige klimaat”, zei de uit de Verenigde Staten afkomstige universitair docent psychologie Stacey Donofrio, die nu in Groningen werkt.
Bubbels
Vorige maand maakte minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, D66) bekend maatregelen te willen nemen om het aantal internationale studenten te beperken. Inmiddels komt veertig procent van de eerstejaars universiteitsstudenten in Nederland uit het buitenland, in 2015 was dat 28 procent. Die populariteit leidt tot problemen zoals overvolle collegezalen, te weinig woonruimte en een hoge werkdruk voor docenten.
Tegelijkertijd leveren internationale studenten universiteiten veel geld op. Studenten van buiten de Europese Unie betalen tot tienduizenden euro’s per studiejaar.
Maar ze worden niet hetzelfde behandeld als Nederlandse studenten, vindt de Bulgaarse Lilia Boyadzhieva. „Internationale studenten hebben het recht om hier thuis te horen. Ze zouden met hetzelfde respect moeten worden behandeld als Nederlandse studenten en dezelfde mogelijkheden horen te hebben.”
Volgens Donofrio is het niet de vraag of internationale studenten welkom zijn in Groningen, maar zullen ze niet snel geïntegreerde bewoners van de stad worden. „Ze kunnen niet volledig deelnemen aan de lokale cultuur”, zei ze tijdens het debat. „Ze zitten in bubbels, met mensen met dezelfde cultuur, die dezelfde taal spreken. Ze wonen samen met andere internationale studenten. Na vijf jaar vertrekt 75 procent van de internationale studenten weer uit Nederland.”
Daarin staan de internationals niet alleen. Meer dan de helft van de studenten van de RUG komt van buiten Noord-Nederland. Twee jaar na het afronden van hun studie is ongeveer de helft van die studenten vertrokken, blijkt uit onderzoek van de universiteit en de hogeschool.
Of internationale studenten tijdelijk of langer in Groningen verblijven, doet er niet toe, stelde Jeanette den Toonder, directeur van het Centrum voor Canadese Studies van de universiteit. „Waar het om gaat, is het creëren van een gemeenschap. Wij laten ze met elkaar wonen in huizen buiten het centrum van de stad. Dat kunnen we veranderen.” Veel internationale studenten wonen niet in de populaire studentenhuizen in het centrum, waar vooral Nederlandse studenten samenwonen.
En internationale studenten vergeten de stad van hun studie niet, zei Den Toonder in het Academiegebouw. „Wanneer je de plek waar je hebt gewoond verlaat, wordt die deel van je identiteit.”
Geen gedeelde taal
Ook veel medewerkers en docenten van de universiteit en de hogeschool komen niet uit Nederland. Docent Marian Counihan, uit Zuid-Afrika, gelooft niet dat internationale studenten Stadjers kunnen worden. „Daarvoor heb je een gedeelde taal, cultuur en geschiedenis nodig. Dat heb ik gewoon niet met Groningen.”
Dat er al vierhonderd jaar buitenlandse studenten in Groningen zijn, verandert het gevoel van Milena dos Santos Bendixen niet. Ze heeft Braziliaanse familie, woonde in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en studeert nu in Groningen. „Ik voel me niet betrokken bij de studenten die hier al zo lang zijn. Helaas is het nog steeds de realiteit dat we niet altijd welkom zijn en geaccepteerd worden. Dat er bij advertenties voor kamers staat dat alleen Nederlandse studenten mogen reageren, is een heel duidelijk teken dat we niet welkom zijn. Zelfs als je wil integreren, is dat niet altijd mogelijk.”
Bij het debat krijgt een vrouw uit het publiek het laatste woord. Een heel hoopvolle boodschap voor de studenten heeft ze niet. „Ik kom uit het zuiden van Nederland, woon al dertig jaar in Groningen en een Stadjer ben ik nog steeds niet.”